Welkom bij Weldsuccess!
59a1a512

Gebruiksaanwijzing en voorzorgsmaatregelen voor lasrollendrager

Als lashulpmiddel wordt de lasrollendrager vaak gebruikt voor het roterende werk van diverse cilindrische en conische lasconstructies. Hij kan samenwerken met de laspositioneerder om het inwendig en uitwendig omtreklassen van werkstukken te realiseren. Gezien de voortdurende ontwikkeling van lasapparatuur wordt de lasrollendrager ook voortdurend verbeterd, maar ongeacht de mate van verbetering blijven de bedieningsmethoden van de lasrollendrager in principe hetzelfde.

Inspectie voor gebruik van de lasroldrager
1. Controleer of de externe omgeving aan de eisen voldoet en of er geen sprake is van interferentie door vreemde voorwerpen;
2. Geen abnormaal geluid, trillingen en geur tijdens het inschakelen en de werking van de lucht;
3. Controleer of de bouten bij elke mechanische verbinding los zitten. Draai ze indien los voor gebruik vast;
4. Controleer of er zich diversen op de geleiderail van de koppelmachine bevinden en of het hydraulisch systeem normaal functioneert;
5. Controleer of de rol normaal draait.

Gebruiksaanwijzing voor lasrollendrager
1. De operator moet bekend zijn met de basisstructuur en prestaties van de lasrollendrager, het toepassingsgebied verstandig selecteren, de bediening en het onderhoud beheersen en kennis hebben van elektrische veiligheid.
2. Controleer bij het plaatsen van de cilinder op de rollendrager of de hartlijn van het steunwiel evenwijdig is aan de hartlijn van de cilinder, zodat u zeker weet dat het steunwiel en de cilinder gelijkmatig contact maken en niet slijten.
3. Stel de brandpuntsafstand van de twee groepen steunrollen in op 60° ± 5° ten opzichte van het middelpunt van de cilinder. Indien de cilinder zwaar is, moeten er beschermingsvoorzieningen worden aangebracht om te voorkomen dat de cilinder tijdens het draaien losraakt.
4. Indien het nodig is de lasrollenhouder af te stellen, dient dit te gebeuren wanneer de rollenhouder stilstaat.
5. Sluit bij het starten van de motor eerst de tweepolige schakelaar in de bedieningskast, schakel de stroom in en druk vervolgens op de knop "vooruit" of "achteruit", afhankelijk van de lasvereisten. Om de rotatie te stoppen, drukt u op de "Stop"-knop. Als de draairichting halverwege moet worden gewijzigd, kan de richting worden aangepast door op de "Stop"-knop te drukken. De voeding van de snelheidsregelkast wordt ingeschakeld. De snelheid van de motor wordt geregeld met de snelheidsregelknop in de bedieningskast.
6. Draai bij het starten de snelheidsregelknop naar de lage snelheidspositie om de startstroom te verlagen en draai deze vervolgens naar de gewenste snelheid, afhankelijk van de bedrijfsvereisten.
7. Elke ploeg moet worden gevuld met smeerolie en de smeerolie in elke turbinekast en elk lager moet regelmatig worden gecontroleerd. Als lagersmeerolie moet ZG1-5 calciumbasisvet worden gebruikt en de methode van regelmatige vervanging moet worden gehanteerd.

Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de lasroldrager
1. Nadat het werkstuk op het rollenframe is gehesen, controleert u eerst of de positie geschikt is, of het werkstuk zich dicht bij de rol bevindt en of er zich vreemde voorwerpen op het werkstuk bevinden die de rotatie belemmeren. Nadat u hebt gecontroleerd of alles in orde is, kan de bewerking officieel worden gestart;
2. Zet de aan/uit-schakelaar aan, start de rolrotatie en stel de rolrotatiesnelheid in op de gewenste snelheid;
3. Wanneer het nodig is om de draairichting van het werkstuk te veranderen, druk dan op de achteruitknop nadat de motor volledig gestopt is;
4. Laat de cilinder vóór het lassen één cirkel draaien en bepaal of de positie van de cilinder moet worden aangepast op basis van de verplaatsingsafstand;
5. Tijdens het lassen mag de aarddraad van het lasapparaat niet rechtstreeks op de rollendrager worden aangesloten om schade aan het lager te voorkomen;
6. Het buitenoppervlak van het rubberen wiel mag niet in contact komen met vuurbronnen en bijtende stoffen;
7. Het oliepeil in de hydraulische olietank van de montagerolwagen moet regelmatig worden gecontroleerd en het glijvlak van de rupsband moet gesmeerd zijn en vrij van vreemde voorwerpen.


Plaatsingstijd: 8 november 2022